top of page

Grenzen stellen zonder schuldgevoel (en zonder te emigreren naar een onbewoond eiland)

Apr 25

2 min read

2

24

0

Laten we eerlijk zijn: grenzen stellen is ongeveer net zo comfortabel als tegen de kapper zeggen dat je écht niet tevreden bent met je nieuwe kapsel. In mijn praktijk zie ik dit regelmatig terugkomen. Cliënten worstelen ermee om duidelijk hun grenzen aan te geven, en blijven vervolgens hangen met allerlei ongemakkelijke gevoelens.


Herken je dat? Je partner vraagt nét iets te veel van je, je familieleden hebben blijkbaar een onzichtbaar abonnement op je tijd, en vrienden kloppen aan je deur alsof je de 24-uurs klantenservice bent. En jij? Jij slikt het in, want je wilt niemand kwetsen. Heel lief natuurlijk, maar uiteindelijk zit je zelf met buikpijn, hoofdpijn of een burnout op de bank Netflix te bingen—en niet omdat je serie nou zo leuk is.


In therapie oefenen we met grenzen aangeven, maar daar zit meestal direct een lading schuldgevoel bij inbegrepen (gratis en voor niks). Misschien herken je deze innerlijke paniekmomenten:


Ben ik nu niet té bot geweest?

Vinden ze me nu een dramaqueen of king?

Breken ze straks de vriendschap af en moet ik nieuwe vrienden vinden?

Ben ik egoïstisch of gewoon verstandig?

Wat als ik het verkeerd aanpak en straks in m’n eentje achterblijf met alleen de kat als gezelschap?


Goed nieuws: je bent niet alleen. Deze gedachten dagen we tijdens sessies uit met allerlei handige technieken. Maar het echte werk gebeurt natuurlijk buiten de therapiekamer. We noemen dit 'experimenteren' met grenzen. Waarom experimenteren? Nou, bij een experiment kun je niet falen. Je bent geen schooltoets aan het maken; je bent meer een soort wetenschapper in je eigen sociale lab. Elke poging is als een software-update: je test een nieuwe versie van jezelf. Eerst versie 1.0, dan versie 1.1, enzovoort. En ja, soms crasht de boel even—maar daar leer je weer van.


Tijdens zo’n experiment meldt zich vaak ook de interne criticus, dat irritante stemmetje dat roept: "Zie je nou, je bakt er niks van!" of subtieler: "Nu denken ze vast dat je een enorme eikel bent". Wees gerust, die stem heeft iedereen (zelfs psychologen, geloof me).


Hoe pak je het aan zonder te emigreren naar een verlaten eiland?


Schrijf situaties uit. Waarom vind je dit lastig? Welke negatieve gedachten komen steeds terug? Is het een herhalend patroon? (Spoiler: meestal wel.)


Visualiseer hoe het zou voelen om je grens daadwerkelijk aan te geven bij deze persoon. Of je nu een Oscarwaardige speech geeft of gewoon rustig zegt: "Dit liever niet."


Stel jezelf de rampvraag: wat als het écht misgaat? Word je dan ontslagen uit je familie? (Waarschijnlijk niet.)


Onthoud: je hoeft het niet in één keer perfect te doen. Je kunt oefenen, het rustig benoemen, kijken wat werkt, en zo nodig fysiek een beetje afstand nemen. Soms letterlijk. Weet je nog, anderhalve meter afstand was zo gek nog niet.


Dus experimenteer vrolijk verder met grenzen stellen en onthoud: je mag gerust versie 2.0 van jezelf worden, schuldgevoel niet inbegrepen.

Apr 25

2 min read

2

24

0

Related Posts

Comments

Share Your ThoughtsBe the first to write a comment.
bottom of page