Coach Alper

AI in het dagelijks leven: een zegen met bijwerkingen
May 12
2 min read
0
6
0
AI is inmiddels net zo ingeburgerd als havermelk in een hippe koffiezaak. We hebben het nog niet helemaal een plek gegeven, maar het zit overal. Prompts vliegen je om de oren op social media, podcasts raken niet uitgepraat en video’s leggen je stap voor stap uit hoe je ‘alles uit AI haalt’. De AI-moeheid loert al om de hoek, terwijl de meesten nog druk bezig zijn uit te zoeken hoe je überhaupt een goede prompt schrijft.
Zoals bij elke technologische hype zijn de reacties gemengd: enthousiasme, verwarring, lichte irritatie. Zelf gebruik ik AI regelmatig om te brainstormen – vooral als mijn brein in vliegtuigmodus staat. En ja, het maakt administratief werk net iets minder pijnlijk. Maar zoals met alles: iedereen gebruikt het op z’n eigen manier.
Neem bijvoorbeeld de ‘Ghibli-cartoon-hype’ – een AI-tool die schattige tekeningen genereert. Even leuk, totdat bleek dat de originele kunstenaar zich flink geraakt voelde. Zijn werk werd herleid tot iets wat AI in vijf seconden kan uitspugen. Dat is precies het risico: AI maakt dingen makkelijker, maar onderweg raakt er soms iets wezenlijks verloren. Menselijkheid, nuance, het knarsende randje.
Onlangs luisterde ik tijdens mijn e-bike-rit (geen fatbike, geen noise-cancellation, wel tegenwind) naar een podcast over de rol van AI in het dagelijks leven. De boodschap was geruststellend: AI gaat ons helpen met administratie, geeft ons meer ruimte voor het echte werk en wie weet zelfs meer vrije tijd. Maar ergens kan het beginnen te schuren, zei de gast. Want gemak heeft ook een keerzijde. Hoe vaker we AI inschakelen, hoe minder we misschien geneigd zijn om met anderen te overleggen. Waarom je vriend bellen als ChatGPT ook een luisterend oor heeft – en dan zonder te zuchten? Het echte contact kan er stiekem bij inschieten. Tijdens de pandemie werden we gedwongen om manieren te vinden om verbonden te blijven. AI daarentegen sluipt langzaam ons leven binnen, onopgemerkt, en niemand verplicht je om ermee te stoppen.
En dat brengt me bij de therapiekamer. Ik behandel een cliënt met een ziekteangststoornis. Ondanks onze sessies raadpleegt hij dagelijks ChatGPT. Niet als aanvulling, maar als vervanging. Voor de geïnteresseerden, we hebben met cliënt al besproken dat het de klachten in stand kan houden. Echter is het voordeel te groot en verleidelijk om met ChatGPT een gesprek te voeren. Want als hij het met zijn partner bespreekt dan zegt zij dat hij zich geen zorgen hoeft te maken, de kinderen luisteren allang niet meer en na meerdere doorverwijzingen heeft zelfs de huisarts het opgegeven. In het begin gaf AI hem rust. Maar nu zegt hij: “Ik lees de antwoorden niet eens meer.” Het geruststellende effect is uitgewerkt – zoals we weten gebeurt dat vaak bij veiligheidsgedragingen. Wat overblijft is alleen de angst, maar nu gevoed door een oneindige stroom van informatie die geen weerwoord geeft. De AI is geen hulpmiddel meer, maar een verslaving geworden.
Daarom dit advies: kijk eens naar je laatste prompts. Wat vraag je eigenlijk aan AI? En vooral: waarom? Net als Facebook ooit onschuldig begon – een beetje scrollen, wat likes uitdelen – is ook AI verleidelijk in zijn eenvoud. En dat maakt het gevaarlijk. Niet omdat het kwaadaardig is, maar omdat het altijd beschikbaar is. Altijd aardig. Altijd snel.
Gebruik het. Speel ermee. Maar wees er ook een beetje bang voor.